Hoe weet je zeker of je kind het RS-virus heeft?
De besmettingen van het RS-virus nemen flink toe en de kinder-ic’s liggen vol. Het is een verkoudheidsvirus dat elk kind krijgt, maar sommigen kunnen er doodziek van worden. Wat zijn dan precies de symptomen?
Hoe gevaarlijk is het als je kind het RS-virus krijgt en wanneer moet je contact opnemen met de huisarts? Allemaal vragen die zullen ronddwalen in je hoofd.
Symptomen RS-virus
Als kinderen besmet raken met het RS-virus, dan hebben ze in de meeste gevallen gewone verkoudheidsklachten, legt woordvoerder Harald Wychgel van het RIVM uit. “Dan gaat het met name om gewone neusverkoudheid en hoesten. Sommige kinderen krijgen ook koorts of oorpijn.”
Het RS-virus is meestal niet te onderscheiden met een normale verkoudheid, waar elk kind wel eens last van heeft. Je kunt zelf ook niet testen of het gaat om het RS-virus, dat kunnen ze alleen in het ziekenhuis bij kinderen die heel slecht reageren op het virus.
Is het RS-virus gevaarlijk?
Elk kind zal besmet raken met het RS-virus, dat kan je niet tegenhouden. “De meeste kinderen hebben het bij een leeftijd van drie jaar wel gehad. Besmetting is eigenlijk niet te vermijden. Over het algemeen zijn kinderen na zo’n drie tot zeven dagen weer beter.”
Maar in sommigen gevallen kan de ziekte ook minder mild zijn. “Als je het RS-virus krijgt op baby- of peuterleeftijd kan het soms een ernstigere vorm aannemen. Baby’s kunnen benauwd worden en er kunnen ontstekingen van de luchtwegen optreden. En zelfs een longontsteking.”
Wanneer moet je de huisarts bellen?
Nu alle ouders horen over het RS-virus wat flink toeneemt, zullen ze zich ook sneller zorgen maken als hun kind ineens flink verhouden is. Maar wanneer moet je dan de huisarts bellen? “Altijd lastig om deze vraag te beantwoorden”, zegt Wychgel. “Maar: artsen zelf zeggen dat het verstandig is om te bellen als een kind benauwd wordt, een paar seconden niet ademt of de hele dag slecht drinkt. Daarover staat ook veel beschreven op de betrouwbare website thuisarts.nl.”
Benauwdheid bij een baby kun je bijvoorbeeld herkennen aan ‘een piepende – of snelle ademhaling’, volgens Wychgel. “Of de neusvleugels die meebewegen met ademhalen. Bij ernstige benauwdheid trekt de huid bij de ribben naar binnen.” Misschien klinkt die nogal heftig bij zo’n kleintje. Maar Wychgel wil benadrukken: “De meeste kinderen zijn relatief snel beter.”
Wat kan je zelf doen tegen het RS-virus?
Eigenlijk is het antwoord op de vraag heel simpel: een paracetamol-zetpil aan je kind geven en afwachten. Je kunt eigenlijk niet veel doen, behalve helpen met het snot afvegen van je kind. “Je moet het gewoon goed in de gaten houden.”
Alhoewel elk kind het virus te pakken zal krijgen, is er toch iets preventiefs wat je kunt doen. Je kent het nog wel van corona: “Veel je handen wassen, in je arm hoesten en niezen en minder handen schudden en aan je gezicht zitten. Want contactvermijding is verder bijna niet haalbaar.”
Kunnen volwassen het RS-virus ook krijgen, en is het gevaarlijk?
Ja, ook volwassen kunnen de ziekte krijgen. Toch zal dit waarschijnlijk niet zijn in een heftige vorm. “Je kunt jaarlijks opnieuw besmet raken, ook als je het als kind al hebt gehad. Je krijgt dan gewoon een luchtweginfectie.”
Dat een ouder een kind besmet met het virus zal ook niet vaak voorkomen. Wychgel: “Meestal zijn het de kindjes die het als eerste hebben.” Ouderen zijn de uitzondering: “Als je wat kwetsbaarder bent door bijvoorbeeld ander onderliggend lijden, loop je meer risico. Dat geldt ook voor volwassenen met onderliggende hart- of longaandoeningen.”
Kun je je laten vaccineren tegen het virus?
Als je kind een verhoogd risico heeft op een ernstige RS-infectie, dat kan je kind een vaccin toegediend krijgen met antistoffen. “Dit gebeurt alleen in uitzonderlijke gevallen in het ziekenhuis, op indicatie van bijvoorbeeld een kinderarts.”
Er is niet een RS-vaccinatie opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Dat zou ook nog helemaal niet kunnen, want een dergelijk vaccin met preventieve werken is nog niet in ontwikkeling.
Het vaccin is wel enorm dichtbij, want afgelopen november werd het eerste vaccin goedgekeurd door de Europese Unie. Er loopt nog wel een vaccinatieonderzoek bij vrouwen die zwanger zijn. Ze testen het door de vrouw een prik te geven tijdens de zwangerschap, dit is om de baby te beschermen na de geboorte. Dat is nu hetzelfde geval bij de vaccinatie tegen kinkhoest, bij een zwangerschap van 22 weken.
