RIVM maakt zich zorgen: vaccinatiegraad kinderen zakt onder 90 procent
Steeds meer ouders kiezen ervoor hun kindjes niet te laten vaccineren, zo blijkt uit cijfers van RIVM. Voor het eerst in decennia kwam de vaccinatiegraad van de jongste leeftijdsgroep vorig jaar iets onder de negentig procent. En dat is iets om ons zorgen over te maken, zo zegt het RIVM.
“Een hoge vaccinatiegraad is belangrijk om mensen tegen ernstige ziekten te kunnen blijven beschermen en om uitbraken van deze ziektes te voorkomen”, zo benadrukt het RIVM aan RTL Nieuws. Ook staatssecretaris van Volksgezondheid, Maarten van Ooijen, noemt de afname ‘echt zorgelijk’.
Rijksvaccinatieprogramma
Het gaat om een daling van de vaccinaties die in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) worden aangeboden. Dankzij deze vaccinaties krijgen kindjes vanaf hun babytijd prikken tegen onder andere de bof, mazelen, rodehond, difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP) en pneumokokkenziekte. De mazelen is bijvoorbeeld een zeer besmettelijke ziekte, waarvoor een hoge vaccinatiegraad van groot belang is, zo legt het RIVM uit. Eerder lag de vaccinatiegraad dan ook altijd ruim boven de negentig procent. Als jarenlang minder wordt gevaccineerd, kunnen ziekten weer meer voorkomen. “Zover is het nog niet”, zegt staatssecretaris van Ooijen. “Maar we moeten er natuurlijk alles aan doen om ervoor te zorgen dat het niet zover komt.”
Waarom minder kinderen gevaccineerd?
Het is het tweede jaar op rij dat er sprake is van een daling van de vaccinatiegraad. Hoe dat komt? Het RIVM denkt dat het te maken heeft met de coronapandemie en het wantrouwen dat sommige mensen toen hebben gekregen. Er ging volgens staatssecretaris Maarten van Ooijen veel ‘desinformatie’ rond in die tijd.
