‘Mijn vader heeft mijn naam verkeerd gespeld bij de geboorte en nu is mijn naam heel origineel’

‘Oeps, foutje bij het aangeven van zijn baby… Toen ik klein was, vond ik mijn naam maar vreemd. Mensen fronsten altijd even als ze het lazen, spraken het net verkeerd uit, of vroegen meteen: “Is dat met een Y of een I?” Of: “Wist je dat het eigenlijk met een H moet?” Ja, dat wist ik. Maar nee – zo heet ik niet.
Mijn naam is het resultaat van een vergissing. Een kleine, menselijke fout die gemaakt werd door een zenuwachtige vader in een geboortelokaal, met weinig slaap, veel adrenaline, en een formulier dat op dat moment belangrijker leek dan het was. Mijn moeder lag nog uit te hijgen van de bevalling toen mijn vader, trots en overprikkeld, de geboortepapieren invulde. En daar ging het dus mis.
Hij wilde me ‘Marell’ noemen. Een elegante naam, vonden mijn ouders. Simpel, stoer en vrouwelijk tegelijk. Maar mijn vader schreef ‘Marrel’. Geen idee waarom. Misschien was het de stress. Misschien klonk het in zijn hoofd logischer met twee R’en. Misschien dacht hij aan ‘karamel’ of aan ‘morrelen’, wie zal het zeggen. Wat hij níét deed, was het formulier even dubbel checken. En toen mijn moeder het pas ontdekte, was het al te laat: het stond zwart op wit in het geboorteregister. Ik was officieel ‘Marrel’.
Lekker verkeerd gespeld
In het begin dacht ik dat het gewoon een typfout was die ik ooit zou laten rechtzetten. Maar dat gebeurde niet. En naarmate ik ouder werd, merkte ik iets op: ik was de enige Marrel. Geen naamgenoot op school, geen sleutelhanger met mijn naam erop, geen correct gespelde verjaardagskaart zonder uitleg vooraf. En toch… begon het te voelen als míjn naam. Geen Marell, geen Meryl, geen Mariel. Gewoon: Marrel. Per ongeluk ontstaan, maar helemaal van mij.
Mensen vinden het nu vaak ‘origineel’. “Zo’n leuke, aparte naam,” zeggen ze dan. Sommigen denken zelfs dat het creatief bedoeld was. Dat mijn ouders het expres zo hadden bedacht, als een unieke twist. En eerlijk? Soms laat ik ze dat denken. Het is makkelijker dan uitleggen dat het gewoon een invulfoutje was van een oververmoeide vader met een wieg in zijn hoofd en een pen in zijn hand.
Wat begon als een foutje is intussen mijn merk geworden. Mijn naam is een gespreksonderwerp, een ijsbreker, een grapje op feestjes. Het is een herinnering aan hoe het leven soms onverwacht de mooiste bochten maakt. Een tikje onhandig misschien, maar ook charmant en echt. Ach ja, ik heet nu eenmaal zo en ik leer er maar mee leven.
Dus ja, mijn vader heeft mijn naam verkeerd gespeld bij de geboorte. Maar nu is het míjn naam. En ik zou hem voor geen goud meer veranderen.’