‘Mijn schoonmoeder heeft duidelijk gemaakt dat ze de keurige naam van onze jongste zoon niets vindt’

11.11.2025 15:54
schoonmoeder keurige naam

Toen we onze jongste zoon Arthur noemden, waren we zó blij met die keuze. We hadden wekenlang lijstjes gemaakt, afgewogen tussen modern en klassiek, stoer en lief. Uiteindelijk voelden we allebei: Arthur is precies goed. Tijdloos, rustig, een naam met iets edels zonder overdreven te zijn.

Tot mijn schoonmoeder er eens over begon.

Ze trok haar wenkbrauwen op, glimlachte half en zei: “Arthur? Nou… dat is wel héél keurig, hè?”

Dat was het moment dat ik wist: ze vindt het niets.

Het is fascinerend hoe een naam — één woord — zoveel meningen kan oproepen. Voor ons was Arthur een elegante keuze, maar voor haar blijkbaar een tikje stijf. Ze had liever iets “vlotters”, zei ze later. “Iets als Sem of Levi, dat klinkt tenminste een beetje van nu.”

Ik moest lachen, maar ergens stak het ook. Want het ging niet alleen om smaak, maar om iets diepers: wie wij willen dat onze zoon is.
Voor ons klinkt Arthur vriendelijk, bedachtzaam, een beetje klassiek — precies wat we hopen dat hij wordt. Maar in haar oren is het een naam die niet past bij de familie, “te deftig” voor ons doen.

Het is niet de eerste keer dat ik hoor dat grootouders moeite hebben met de namen van hun kleinkinderen. De generaties verschillen niet alleen in mode of muziek, maar ook in namen. Waar vroeger stoere, nuchtere namen als Jan, Peter of Kees vanzelfsprekend waren, kiezen ouders nu vaker voor zachte of internationale namen. En omgekeerd: een ouderwetse naam kan juist weer nieuw en charmant voelen voor jonge ouders.

Maar dat uitleggen aan mijn schoonmoeder… dat is een ander verhaal.

Ze bedoelt het niet kwaad — ze vindt Arthur gewoon niet “gezellig”. Ze hoort liever iets wat lekker rolt, een naam die je makkelijk roept op het schoolplein. Ik snap dat. Maar toch: elke keer als ze de naam een tikje te overdreven uitspreekt (“Áárthur!”), voel ik de behoefte om hem te verdedigen.