‘Mijn kinderen willen na school eigenlijk nooit met iemand spelen, is dat raar?’
‘Soms vraag ik me af of het raar is. Mijn kinderen willen na school namelijk bijna nooit met iemand afspreken. Terwijl ik bij andere ouders vaak hoor dat hun kinderen al halverwege de ochtend roepen: “Mag ik straks bij die en die spelen?” of dat ze bijna elke dag een vriendje over de vloer hebben. Bij ons gaat het anders.
Begrijp me niet verkeerd: mijn kinderen hebben echt wel vrienden en vriendinnen. Op school spelen ze samen, ze doen mee met groepjes, en ze worden ook wel eens uitgenodigd op feestjes. Het is dus niet dat ze buiten de boot vallen of dat niemand ze aardig vindt. Maar zodra de school uit is, lijkt die behoefte verdwenen.
Ze fietsen naar huis, gooien hun tas in de hoek, en hebben vooral zin om bij te komen. Vaak trekken ze de straat in, waar de buurkinderen al rondrennen. Daarmee spelen ze urenlang verstoppertje, tikkertje of voetbal. Geen gedoe met playdates plannen, geen rugzakken meeslepen, gewoon spontaan en dichtbij. En eerlijk gezegd: dat is voor mij ook wel makkelijk. Ze zijn ook gewoon doodop na school en soms moeten we ook nog door naar voetbal.
Toch knaagt het soms. Als ik op het schoolplein hoor dat klasgenootjes weer hebben afgesproken, vraag ik me af: mis ik iets? Zijn mijn kinderen te gesloten? Of juist te tevreden met wat ze hebben?
Maar als ik ze zie lachen met de buurjongens en -meisjes, dan weet ik eigenlijk het antwoord wel. Ze hebben hun sociale kring, alleen ziet die er iets anders uit dan bij anderen. Voor mijn kinderen is het genoeg om na school gewoon in de straat te spelen, zonder agenda en zonder afspraken.
Dus is dat raar? Misschien een beetje. Maar misschien is het ook gewoon precies zoals het bij hen past. Hoe gaat dit bij anderen?’