Met deze truc wordt je kind al voor zijn tweede verjaardag zindelijk

“Zindelijk voor z’n tweede? Dat geloof ik niet!” Dat was mijn eerste reactie toen een vriendin me vertelde dat haar dochter van 20 maanden al uit zichzelf naar het potje liep. En toch… na wat speurwerk, uitproberen en een flinke portie geduld, bleek het helemaal niet zo onhaalbaar als ik dacht.

Het draait allemaal om één simpele truc: ritme + routine.

De truc: Begin vroeg en maak het onderdeel van de dag

De sleutel is om het potje of wc-moment niet te zien als training, maar als iets dat er gewoon altijd bij hoort. Net als tandenpoetsen of samen een boekje lezen. Door er geen big deal van te maken, wordt het voor je kind vanzelf iets normaals.

En hoe eerder je begint, hoe makkelijker dat gaat.

Zo werkt het – stap voor stap

1. Introduceer het potje al rond 12 maanden

Nee, je verwacht nog niets. Het potje zet je gewoon in de kamer of wc. Laat je kindje erop zitten met kleertjes aan – tijdens het voorlezen, voor of na het badje, of als jij zelf naar de wc gaat. Maak het een vertrouwde plek.

2. Kijk naar natuurlijke momenten

Na het slapen, na het eten, voor het bad – dat zijn vaak de momenten waarop kinderen sowieso moeten plassen of poepen. Zet je kind dan even op het potje, ook al gebeurt er niets. Als het wél lukt: prijs het! Als het niet lukt: ook goed, gewoon weer verder.

3. Gebruik woorden die je altijd herhaalt

Zeg bijvoorbeeld: “Plas op het potje” of “doe maar een plasje”. Korte, vaste zinnen helpen je kind verbanden te leggen tussen gevoel, actie en plek.

4. Doe het samen en blijf ontspannen

Kinderen leren door nadoen. Als jij op een rustige, blije toon zegt: “Mama gaat ook plassen, wil jij ook even op je potje?” dan is dat vaak veel effectiever dan beloningen of druk.