‘Ik moest een beetje lachen om die ouderwetse oma-naam bij zo’n schattig peutermeisje’
‘Het overkwam me laatst in de speeltuin. Ik zag een meisje van een jaar of twee: donkerblond, mini-knotjes in haar haar, dat typische peuterloopje waarbij de beentjes net iets sneller bewegen dan de rest van het lichaam. Een kind dat je spontaan wilt knuffelen, zó schattig.
En toen haar moeder haar riep, moest ik stiekem een beetje lachen…
Carola. Zo heet ze. Oei, dacht ik stiekem. Wat moet je hier nou mee, als je zo jong bent…
En ja, ze is op een dag wat ouder, maar toch. Ik vind het gewoon geen naam meer van deze tijd. Caro, Cato… Dat is nog wat vlotter.
Maar toch heeft het ook wel iets, die oma-naam.
Oma-namen zijn bezig met een comeback — en ik snap wel waarom
Je zou denken dat ouders massaal gaan voor hip, kort, Engels, modern. En dat gebeurt ook. Maar naast alle Livas, Novas en Maeves is er een tweede trend gaande: de terugkeer van de ouderwetse namen.
Namen met een krakende zoldergeur, met kanten kleedjes, met potjes suddervlees en gebreide sokken. Namen waarbij je automatisch een brilkoordje en een schemerlamp visualiseert.
Denk aan:
-
Betsy
-
Mien
-
Truus
-
Doortje
-
Bep
-
Mina
-
Saartje
- Swaan
Het is schattig. Het heeft karakter. Het contrasteert op zo’n leuke manier met die kleine lijfjes en moderne kinderwagens.
Maar Carola… Ja, nee. Ik weet het niet. Iedereen haar smaak, hoor. We hoeven niet alles van een ander leuk te vinden, toch?’