Zo groot is de kans dat je drie zoons krijgt
De kans op drie zoons krijgen achter elkaar: hoe groot is die? Heerlijk is het om een jongensmoeder te zijn, natuurlijk. Maar misschien vraag je je af hoe groot die kans is, als je al twee jongens hebt rondlopen.
Het geslacht van je kinderen kun je niet kiezen en dat is maar goed ook. Het is juist het mooie aan het moederschap, al mag je als vrouw heus wel eens opperen dat het je leuk lijkt om een dochter te krijgen. Daar is niet zoveel geks aan. Maar laten we wel wezen; het geslacht heeft weinig te maken met het karakter van je kinderen. Een meisje kan net zo lastig en brutaal zijn als een jongen. Als moeder kun je je ontzettend rijk voelen in een huis vol boys.
Hoe dan ook, hoe groot is de kans dat je drie keer hetzelfde geslacht krijgt?
De kans op drie keer zoons
De kans om drie zoons te krijgen, als we ervan uitgaan dat de kans op het krijgen van een jongen of een meisje gelijk is (wat in werkelijkheid niet altijd het geval is vanwege genetische factoren), kan worden berekend met behulp van de binomiale kansverdeling.
De kans om een jongen te krijgen is 0,5 (of 50%) en de kans om een meisje te krijgen is ook 0,5 (of 50%).
Om de kans te berekenen om drie zoons op een rij te krijgen, vermenigvuldigen we de individuele kansen met elkaar, omdat de gebeurtenissen onafhankelijk zijn:
0,5 (kans op een jongen) * 0,5 (kans op een jongen) * 0,5 (kans op een jongen) = 0,125
Dit betekent dat de kans om drie zoons op een rij te krijgen ongeveer 12,5% is, of 1 op de 8 keer.
Het mooie is natuurlijk dat je bij elke zwangerschap ‘op nul’ begint: je lijf weet dan niet welk geslacht er eerder is geboren. Dus dan is de kans elke keer gewoon weer 50% op een jongen en 50% op een meisje.