‘Mijn buurvrouw vraagt elke dag of ik even op haar babyfoon wil letten en daar ben ik klaar mee’

‘Toen mijn buurvrouw me voor het eerst vroeg of ik een halfuurtje op haar babyfoon wilde letten, vond ik dat helemaal niet erg. We wonen naast elkaar, ze had een boodschap te doen en ik dacht: natuurlijk, daar ben je buren voor.
Maar dat halfuurtje veranderde al snel in een gewoonte. Bijna elke dag staat ze tegenwoordig aan mijn deur met de vraag: “Kun jij heel even opletten? Ze slaapt toch gewoon.” Soms is het voor een korte wandeling, soms voor een boodschap, en soms weet ik eigenlijk niet eens waar ze naartoe gaat.
In het begin durfde ik geen nee te zeggen. Ik wilde niet ongezellig zijn of de relatie met mijn buurvrouw op scherp zetten. Maar ondertussen merk ik dat het me steeds meer dwarszit. Ik heb mijn eigen gezin, mijn eigen planning en soms wil ik gewoon rust in huis. En tóch voel ik me elke keer onder druk gezet en durf ik geen nee te zeggen. Want tja, het is ook niet heel veel moeite. Maar toch ook weer wel.
Ik wil niet oppassen op jouw babyfoon
Het vreemde is dat ik me bijna schuldig voel als ik niet wil oppassen, terwijl het eigenlijk heel normaal zou moeten zijn om mijn eigen tijd te bewaken. Ook als wij gewoon thuis zijn, heb ik geen puf om steeds te luisteren aan die babyfoon of haar kind huilt.
Oppassen op een babyfoon is geen onschuldige gunst meer als het zo vaak gebeurt; het voelt meer alsof ik onbetaald oppaswerk lever, zonder dat daarover gesproken is.
Ik weet dat ik binnenkort eerlijk moet zeggen dat dit niet meer werkt voor mij. Niet omdat ik geen goede buurvrouw wil zijn, maar omdat grenzen trekken óók belangrijk is. En ergens hoop ik dat ze dat begrijpt, want buren zijn is iets anders dan gratis kinderopvang.’