
‘Ik vind alles leuk aan mijn man, behalve zijn veel te chique en kakkerige voornaam’

Soms ben je dol op iemand, maar bots je onverwacht op… zijn naam. Dat overkwam Anna (34), die hopeloos verliefd werd op haar vriend — behalve dan op één klein detail: zijn behoorlijk kakkerige voornaam. Ze kan er nu wel om lachen.
Maar toch denkt ze af en toe: poeh, wat een overdreven gedoe.
Liefde op het eerste gezicht (nou ja, bijna)
“Toen ik Roderick leerde kennen via vrienden, voelde ik meteen die klik. Hij is knap, grappig, slim — en absoluut niet zo’n arrogante snob waar je zijn naam bij zou verwachten. Maar toen hij zich voorstelde, moest ik mezelf serieus inhouden om niet te lachen. Roderick. Alsof ik met een student van het corps stond te praten. Zo een stomme naam, vind ik het stiekem.”
Anna vertelt dat de naam haar eerst echt afschrikte. “Ik zag visioenen van lakschoenen, zalmroze broeken en jachten met namen als De Lady Roxy. Gelukkig bleek Roderick vooral fan van sneakers, vinyl en fietsen door de regen. Maar ja, die naam bleef wel hangen.”
Het ‘Roderick-probleem’
In het begin probeerde Anna het te negeren. “Ik dacht: ik noem hem gewoon ‘lief’ of ‘schat’. Maar bij het voorstellen aan anderen voelde ik me altijd even ongemakkelijk. ‘Dit is mijn man… Roderick.’ Mensen trekken dan vaak net zo’n wenkbrauw op als ik in het begin deed.”
Ze probeerde zelfs een bijnaam te introduceren. “Rodi? Rick? Maar niks bleef hangen. Zijn vrienden noemen hem gewoon Ro — maar dat voelde voor mij ook wat kak. En hijzelf? Die vindt het allemaal heerlijk ironisch. ‘Wat is er mis met een koninklijke naam?’ zegt hij dan met een knipoog.” Ik ben meer van het stoere. Het gewone.
Naam ≠ karakter
Uiteindelijk besloot Anna het los te laten. “Hij ís geen Roderick in de klassieke zin van het woord. Geen tennisclub, geen champagne bij het ontbijt. En eerlijk? Ik denk dat ik die tegenstelling juist leuk vind. Een man met zo’n deftige naam die liever friet eet dan foie gras. Ach, het is maar een naam. En hij blijft toch mijn man en de vader van mijn kinderen. Die overigens geen kakkerige namen hebben gekregen. Ze heten Mikkie en Jesse. Lekker niet zo het hockey-golf-zeilboot-type.’