
‘Mijn man vindt het financieel wel zo handig als ik lang borstvoeding geef, maar ik zie het niet zitten’

‘Ik vind het een heerlijk idee dat ik mijn kind mijn eigen melk geef. Borstvoeding geven is heel mooi, ik voorzie haar van alle belangrijke stoffen. Maar nu drie maanden verder, ben ik er wel klaar mee. Maar mijn man houdt het lacherig een beetje tegen.
Hij bedoelt het lief, hoor, maar ja. Ik zit er vervolgens mee. Zit ik weer ’s nachts als een melkkoe aan die kolfapparaten.
Het begon allemaal heel makkelijk en natuurlijk, maanden later, merk ik dat ik er eigenlijk niet gelukkig van word. Ik voel me uitgeput, beperkt in mijn vrijheid en soms zelfs een beetje opgesloten in mijn rol als melkfabriek.
Mijn man daarentegen ziet vooral de voordelen. Hij vindt het financieel een slimme zet om zo lang mogelijk door te gaan met borstvoeding. “Denk aan hoeveel we besparen op flesvoeding!” zegt hij enthousiast. En natuurlijk heeft hij gelijk: de fles is duur. Maar moet mijn geluk daar de prijs voor zijn?
Is borstvoeding altijd het beste?
Het is lastig om hierover met hem in gesprek te gaan zonder dat het voelt alsof ik hem afwijs. Ik snap zijn standpunt; hij wil het beste voor ons gezin en voor onze financiën. Toch voelt het voor mij alsof mijn eigen behoeften naar de achtergrond verdwijnen. Ja, borstvoeding is gratis in euro’s, maar de prijs die ik ervoor betaal, is hoog: mijn energie, mijn nachtrust en mijn gevoel van autonomie.
Ik heb geprobeerd compromissen te vinden. Misschien deels kolven en deels flesvoeding? Of overstappen op flesvoeding en besparen op andere dingen? Want mijn man is ook bang dat flesvoeding niet zo gezond is voor onze baby. Dan besparen we nog steeds geld en is het ook goed voor ons kind.
Dit brengt me in een lastige positie. Natuurlijk wil ik het beste voor ons kind, maar ik wil ook het beste voor mezelf. En soms betekent dat kiezen voor iets wat misschien duurder is, maar wat mij als moeder gelukkiger maakt. Want een gelukkige moeder is uiteindelijk toch ook in het belang van ons kind?
Ik weet nog niet precies hoe we dit gaan oplossen, maar één ding is zeker: mijn gevoel mag niet genegeerd worden. Mijn man maakt er een halve grap van, maar binnenkort kap ik het serieus af. Het is mijn lijf, toch?’