Wat je vooral níet moet doen als je kind hand-, voet- en mondziekte heeft
De hand-, voet- en mondziekte lijkt weer te heersen en gaat je kind naar de crèche of kinderopvang, dan is er vaak geen ontkomen aan.
De ziekte hoort bij de vlekjesziektes, die bijna alle kinderen een keer krijgen. Zeker kinderen jonger dan 10 jaar zijn er vatbaar voor.
Wat er gebeurt? Er komen vlekjes en blaasjes in de mond, op de handen en op de voeten. Soms krijgt je kind vooral vlekjes en bultjes rondom de mond en blijven de handen en voeten schoon, maar meestal verspreidt het virus zich. Je kind kan zich ellendig voelen, hangerig zijn, koorts krijgen en paracetamol kan daarom helpen om rustig te slapen. Het is belangrijk dat je kind genoeg drinkt, want eten kan soms pijn doen, omdat er ook blaasjes in de mond zitten.
Naar school
De ziekte is besmettelijk, maar zodra je kind symptomen van het virus laat zien, is de besmettingsfase al voorbij. Daarom mag een kind gewoon naar de opvang of naar school met hand-, voet- en mondziekte en naar buiten mag ook. Meld het wel altijd even bij de juf, dat is wel zo prettig voor andere ouders. Na 2 weken zijn de meeste klachten vanzelf over. Als volwassene word je meestal niet ziek van dit virus.
Maar wat je vooral niet moet doen, is zalfjes op de plekjes smeren. Je denkt misschien dat Nestocyl of Calendulan helpen, maar je kunt het beste de plekjes heel droog houden om de kans op infecties zo het kleinst te houden. Zorg dat je al het kwijl van je kind wegveegt, zorg dat er geen etensresten om het mondje blijven zitten en gebruik eventueel talkpoeder om de wondjes in te laten drogen. Des te sneller zijn je kinderen van de klachten af.
Bron: Thuisarts