Stoppen met het middagslaapje: zo weet je of jouw kind er klaar voor is
Het moment waar je als ouder misschien al lange tijd naar uitkijkt: jouw peuter die stopt met zijn middagslaapje. Het betekent heel veel namelijk.
Ineens kun je hele dagen weg plannen en hoef je geen rekening meer te houden met slaapjes. Of misschien denk je als ouder wel het tegenovergestelde: laat mijn peuter nog maar even slapen. Fijn voor hem, maar ook voor mij. In welke situatie je ook zit, er komt een moment dat jouw peuter eraan toe is om zijn middagslaapje te laten vervallen. Maar wanneer?
Stoppen met een middagslaapje
Laten we eens teruggaan naar het waarom achter het middagslaapje bij jonge kinderen. Baby’s en jonge kinderen hebben een grotere slaapbehoefte dan volwassenen. Tijdens de slaap herstelt het lijfje, maar krijgen ook de hersenen rust. En deze rust is extra belangrijk, zodat de hersenen zich kunnen ontwikkelen tot een volwassen brein. Wanneer een jong kind te weinig slaapt, kan dat gevolgen hebben voor zowel de fysieke en mentale groei als de weerstand. Ontzettend belangrijk dus om jouw kindje voldoende slaap aan te bieden en zeker het middagslaapje niet te vroeg te skippen. Ondanks dat peutertjes er soms al echt klaar voor lijken.
Rond de leeftijd van twee tot tweeënhalf jaar kun je gaan merken dat er meer weerstand ontstaat wanneer er overdag geslapen moet worden. Je peutertje zit op dit moment in een turbulente tijd wat alles te maken heeft met zijn ontwikkeling: hij maakt een slaapregressie door rond de leeftijd van twee jaar en daarnaast is zijn eigen identiteit continu in ontwikkeling. Hij probeert zich steeds meer los te maken van jou als ouder. Tot slot komen ook de laatste kiezen door. Kortom, ingrediënten genoeg om de middagslaap te gaan weigeren, maar dat wil niet zeggen dat jouw peutertje dit slaapje niet nog nodig heeft. Te vroeg hierin meegaan kan ervoor zorgen dat jouw kind oververmoeid raakt, wat uiteindelijk slaapproblemen geeft in de avond en nacht.
Wanneer is het beste moment?
Slaap is heel persoonlijk en dat geldt ook voor de overgang van één naar geen slaapje meer overdag. Echter, zijn de meeste peuters er pas écht klaar voor als ze drie tot vier jaar oud zijn. Welke signalen kun je herkennen?
- Het inslapen overdag duurt structureel langer
- Jouw peutertje slaapt niet meer op de gezette tijd
- Het inslapen ’s avonds duurt ook steeds langer, waardoor de bedtijd steeds later wordt
- Het slaapje overdag wordt korter
- Ineens is jouw kindje vroeg wakker ‘s morgens
Tik jij alle vijf de boxen aan? En is je kindje in ieder geval ouder dan tweeënhalf jaar? Dan kun je jouw peuter helpen met een soepele overgang naar geen slaapje overdag meer.
Zo help je je peuter met een soepele overgang
Kort bijvoorbeeld eerst het middagslaapje in naar maximaal anderhalf uur en als je merkt dat dat goed gaat, kort je het in naar maximaal vijftig minuten (één slaapcyclus). Let erop dat als je kindje overdag korter slaapt, de avondbedtijd vervroegd mag worden. Bekijk daarnaast de dagen flexibel. Eerst zal je merken dat het korter slapen werkt, maar daarna ga je bijvoorbeeld om de dag een slaapje aanbieden. Bied je kindje overigens wel wat rustmomenten als hij een dagje helemaal niet slaapt. En wat als je merkt dat je kindje ineens toch weer heel vroeg wakker gaat worden (voor 6.00 uur)? Dan betekent het dat je kindje oververmoeid raakt en meer slaap nodig heeft. Las dan bijvoorbeeld een powernapje in of vervroeg de avondbedtijd. Stop dus niet in een keer cold turkey, maar begeleid jouw peutertje in een soepele overgang. Op naar een nieuwe fase!
Door: Marlin Goethals, baby- en kinderslaapcoach en oprichtster van slaapcoachpraktijk De Slaapfee