
‘Ik kan wel janken dat ik mijn zoon zo’n kakkerige naam heb gegeven’

Er zijn momenten in het leven waarop je denkt: waarom heb ik dit eigenlijk gedaan? Waarom heb ik deze beslissing genomen? En voor mij is er één vraag die altijd weer opkomt: waarom in hemelsnaam heb ik mijn zoon zo genoemd?
Het was destijds een keuze die ik dacht te maken uit een verlangen naar iets bijzonders. Een naam die zich zou onderscheiden. Lodewijck klonk weliswaar nobel, bijna koninklijk, en had iets aristocratisch over zich. Maar nu, terwijl mijn zoon opgroeit, begin ik steeds meer te beseffen wat voor een baksteen ik hem eigenlijk om zijn nek heb gehangen. Lo, Lohoooo…
Ik kan het niet ontkennen: Lodewijck klinkt… kakkerig. Het is een naam die onmiddellijk associaties oproept van een elitair clubje, van dure privé-scholen en eindeloze borrels in landhuizen. Het heeft een soort zelfingenomen verfijning die helemaal niet bij mijn eigen (heel gewone) leven past. En als ik kijk naar mijn zoon, die in een basisschoolklasje zit tussen meisjes met namen als Sophie en Daan, dan valt zijn naam als een soort vreemde eend in de bijt.
Het ergste is dat ik het de eerste jaren misschien nog wel niet zo zag. Maar toen kwam de realiteit van de speeltuin, de kinderfeestjes en de reacties van andere ouders. “Lodewijck, wat een bijzondere naam,” zeggen ze dan. En ik zie hoe ze zich een beetje ongemakkelijk voelen, alsof ze iets in hun mond nemen dat niet helemaal lekker is. Alsof ze niet weten of ze het nu met een ‘k’ of een ‘w’ moeten uitspreken. De twijfel zit in hun ogen, en eerlijk gezegd kan ik het ze niet kwalijk nemen. Ik zou zelf ook een beetje raar opkijken als ik mijn zoon zo zou horen roepen.
En dan komt de allerergste vraag: “Hoe noemen jullie hem eigenlijk? Loe? Lode?” Ik probeer altijd mijn best te doen om het elegant uit te leggen, maar ik weet diep van binnen dat er iets niet klopt. Lodewijck is een naam die leeft in de 17e eeuw, maar mijn zoon, die nu in de 21ste eeuw leeft, heeft er niets mee. Het klinkt als iets wat alleen past bij een personage uit een roman over een oude adellijke familie, niet bij een jongen die gewoon van voetbal houdt en zich in het weekend door de modder rolt.
Oh man, mijn zoon heeft een kakkerige naam
En ik voel me schuldig. Schuldig dat ik hem niet gewoon een naam heb gegeven die gemakkelijker uit te spreken en te begrijpen is, iets dat zijn leven niet meteen compliceren zou. Waarom moest het per se zo’n verwaande naam zijn? Waarom had ik niet gewoon iets simpels gekozen, zoals Max of Finn? Waarom moest het Lodewijck zijn?
Het heeft alles te maken met mijn verlangen om iets anders, iets unieks te geven. Maar nu, met de vele momenten van ongemak die ik zelf voel én de blikken van anderen, besef ik dat de naam misschien wel te veel een beladen statement was. Het voelt alsof ik hem een soort label heb gegeven waar hij niet om heeft gevraagd, iets wat niet goed past bij de omgeving waarin hij opgroeit.
Lodewijck zal ongetwijfeld zijn eigen identiteit ontwikkelen, maar ik kan het niet helpen om me af en toe af te vragen hoe anders het geweest was met een eenvoudiger naam. Ach, uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om de naam, maar om de persoon die je wordt. Toch kan ik wel janken dat ik het hem zo moeilijk heb gemaakt vanaf het moment dat hij werd geboren.