Bevallen van een tweede of derde kind gaat gemiddeld 3,5 uur sneller
Je hoort en leest het vast vaker: bevallen van je eerste kind duurt vaak het langst. De weg is voor een tweede of derde al vrijgemaakt, dus zal het natuurlijk/vaginaal bevallen een tweede, derde of vierde keer een stuk vlotter verlopen.
Wij hebben voor je uitgerekend hóe veel sneller je dan bevalt van nummer twee of daarna.
Lekker snel
En dat is maar liefst 3,5 uur, gemiddeld – als je vaginaal bevalt. Een keizersnede duurt namelijk altijd ongeveer even lang: ongeveer een half uur tot 45 minuten. Bij een tweeling of meerling duurt dat iets langer. Het vaginale bevallen zit bij een eerste kind zo: je hebt ongeveer 1 centimeter ontsluiting per uur. Dus na gemiddeld 10 uur zit je op de volledige ontsluiting en kun je gaan persen. Maar bij een tweede keer krijg je ongeveer 1,5 centimeter ontsluiting per uur. Dan mag je na ongeveer 6,5 uur beginnen met persen omdat je dan volledige ontsluiting hebt. Kortom: dat scheelt zo 3,5 uur. Natuurlijk zijn het allemaal gemiddeldes en is geen één bevalling hetzelfde, maar toch kan het handig zijn om te weten als je opnieuw zwanger bent.
Lees ook
Dankzij coronacrisis bevallen steeds minder vrouwen te vroeg
Vooral de vroege fase van de bevalling (de latente fase) kan sneller gaan bij een tweede bevalling. Ook de persfase gaat vaak veel sneller. Dat is ook handig om te weten vooraf, zodat je snel de verloskundige kunt bellen als je thuis bevalt. Het kan sneller gaan dan bij je eerste kind.
Minder pijn?
Of een tweede of derde keer bevallen minder pijn doet? Dat meestal niet. Helaas. Je weet alleen als vrouw natuurlijk beter wat je te wachten staat – en wat je er voor iets moois voor terugkrijgt. Daarom kun je de pijn vaak wel wat beter aan. En wil je vaginaal bevallen na een keizersnede? Dat kan meestal wel, maar dat gebeurt wel altijd in overleg met een gynaecoloog. Je bent hoe dan ook medisch vanwege je littekenweefsel rondom je buik, dus je zult wel in het ziekenhuis moeten bevallen.