‘Betere hygiëne in de zwangerschap kan voorkomen dat je kind doof wordt’
Hygiëne tijdens de zwangerschap is enorm belangrijk. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je ongeboren kind. Je wilt natuurlijk dat je kind zo gezond mogelijk geboren wordt. Het blijkt dat in extreme gevallen, hygiëne een doof kind kan voorkomen.
Het cytomegalovirus is gevaarlijk en schadelijk voor je ongeboren kind.
Wat is het cytomegalovirus (CMV) precies?
Het is een virus dat vaak voorkomt bij jonge kinderen, het zit in het speeksel en in de urine. Als je tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld een luier gaat verschonen, is het van belang om meteen je handen te wassen. Als je ongeboren kind besmet raakt met het virus, kan het ernstige gevolgen met zich meebrengen. Denk hierbij aan gehoorschade, slechtziendheid, of misschien zelfs een handicap. Dit is ontdekt door de artsen van het Leids Universitair Medisch Centrum. Het blijkt dat het andere vorm van herpes is. Van CMV kan je heel moe worden en misschien zelfs last krijgen van koorts. Verder merk je weinig van het virus als volwassene, maar voor zwangere vrouwen is het extra goed opletten. De artsen van het LUMC ontdekten dat bijna een kwart van de dove kinderen in Nederland deze handicap in de baarmoeder heeft opgelopen, als gevolg van een besmetting met CMV.
CMV voorkomen met behulp van hygiëne
Iedereen kan het cytomegalovirus oplopen, dit wordt op een directe en indirecte doorgegeven. Werk je op een kinderdagverblijf of crèche? Dan is het helemaal belangrijk om op te passen. Voorkom lichaamsvocht, denk hierbij aan zweet van kinderen. Dit kan ook terechtkomen op het speelgoed, maak dit dan ook meteen goed schoon of gebruik in die periode handschoenen. Deel ook geen bestek, eten en drinken van het (of jouw) kind, hiermee loop je een grotere kans op het virus. Tot slot moet je bij het verschonen van een kind handen wassen, handen wassen, en nog eens handen wassen. Het kan maar beter duidelijk genoeg gezegd worden.
Meestal merken ouders pas later dat hun kind hier last van heeft. ‘Een probleem is dat een CMV-infectie bij pasgeborenen meestal onopgemerkt blijft. Toch houdt 15% van de kinderen blijvende slechthorendheid over aan de infectie. Dat komt meestal pas aan het licht als de kinderen moeilijkheden krijgen met praten. Sommige klachten bij een pasgeborene duiden soms op een CMV-infectie, namelijk een laag geboortegewicht, vergroting van de lever en milt, geelzucht en/of kleine bloedingen in de huid.’ Artsen geven wel advies. ‘Het is mogelijk een CMV-infectie op te sporen via de hielprik, maar zwangere vrouwen in Nederland worden niet routinematig gescreend op deze infectie. Als er sprake is van een CMV-infectie, kan het kind na de geboorte antivirale middelen krijgen. Het is tot nu toe niet bekend of deze medicijnen ook werken bij kinderen waarbij geen CMV-infectie bekend is tijdens of vlak na de geboorte.’